Geschiedenis, Verhalen en Mythes

Er was een tijd voor deze.

Toen waren er Goden. Nu zijn er helden.
Ooit waren er machtigen. Nu zijn wij.

Zo gaan de verhalen…

Tekst op de deur van een Museum in Centraal Forena

Deze pagina is het startpunt als je meer wilt weten over de geschiedenis die in onze spelwereld bekend is. De kennis hieronder is voor elkaar karakter mogelijk om geleerd te hebben in hun opvoeding of later in hun leven. Wees vrij om zelf te bepalen wat jouw karakter hiervan weet. Het is niet raar om in je eigen familie net andere versies of varianten te kennen op de kennis en verhalen die hieronder beschreven zijn.


Recente verhalen uit de Schaduwoorlog

De verhalen hieronder zijn vrij recent. Als je geen van deze persoonlijk kent, dan is er een grote kans dat je variaties hierop wel kent.

Bladzijde uit een dagboek van een Vajaanse Soldaat

Zij wel, hij niet. Zo simpel was het. Zij werd wel naar het front gestuurd en hij was logistieke staf in Alys. Hij had haar naam op de lijsten van haar Banier gezien: de Banier van het Derde Zwaard van Vaja, toegekend aan het Vaandel van de Speer In De Nacht. Zelf was hij ingedeeld bij de Derde zwerm, onder de Banier van De Wakende Kraai, toegekend aan het Vaandel van de Zakkende Zon; het Vaandel van het leger thuis. Hij moest veel te veel samenwerken met Egalisatoren. Een deelstaatleger zou zo veel beter functioneren…

Schrale troost was dat hij precies wist waar ze heen zou gaan, welke route, waar overnacht zou worden, wie ter ondersteuning mee ging en wanneer ze met Juan Serpentjager het Duister in zou trekken. Hij zag de lijsten met slachtoffers die niet meer terug zouden komen en elke dag verwachtte hij zijn ouders te moeten vertellen dat ze niet terug zou komen. 

Na maanden retourneerden ze, hun Vaandel gedecimeerd. De energieke, vrolijke, proactieve zus met wie hij opgegroeid was, kon niet meer alleen zijn. Raakte in paniek bij het vallen van de nacht en brandde kaarsen alsof haar leven ervan afhing. Half wakker zat ze trillend met haar speer in een hoek van de kamer. Als ze sliep teisterden dromen haar wakker. 

Elk dorp, elke stad had een of meer thuiskerenden. 

De ochtend nadat het huis bijna in lichterlaaie opgegaan was, brachten ze haar naar Heledd waar wisselend mensen wonen die het Masker van barmhartigheid dragen; zij zorgen voor veteranen. Zolang er Ledares zijn die er voor betalen kan ze daar blijven. 

Hij stippelt de volgende route uit, de overwinning is nabij.

Lyfashnygodyg, Soldaat van de Derde zwerm, onder de Banier van De Wakende Kraai, toegekend aan het Vaandel van de Zakkende Zon.

De Pochende Straenk

Split is natuurlijk de beste en weet je dat het door mij nog groter is geworden? … Weet jij dat nog niet? Dit is hoe ik gewoon mijn derde rang bereikte en waarom jij er nog niet toe doet! Luister maar en dan zul je wat leren, misschien wordt je net zo goed als deze HUNK.

Je kent die verliezers van de overkant, de bureaucraatjes die super bang zijn en wij al hun problemen aan het oplossen zijn. Hun grootste angst is die schaduw en ik dacht dat wordt mijn ontbijt. Ik ken geen angst, maar kan wel met die angst spelen. Mijn actie was een voorstel doen aan de Baas om een missie te doen. Deze Straenk mocht dus een missie organiseren de schaduw in. De papierschuivers daar hadden geen keuze om mee te komen, want je weet hoe jaloers en wantrouwend ze zijn naar ons als de echte macht. Ze waren niet echt blij aan de overkant, want zoals we weten schijten ze gespleten.

Ik moest zelf wat kleur regelen van de Baas, maar dat is niet zo moeilijk. Weet je niet hoe je dat doet? Je loopt gewoon de stad in en daar zijn er echt veel kleuren te vinden. Je zet een beetje druk op een en die heeft wel een broer of een nicht ofzo die opspringt om de plek over te nemen. Alles neemt. Mijn reis was klaar om te beginnen.

De schaduw is echt donker, maar het viel ook reuze mee. Ja misschien verloren we wat kleur en nummers onderweg, maar ik had geen uitdaging ervaren. De grootste problemen waren door onze ouderen al jaren geleden opgeruimd. De punthoofdjes waren echt aan het klagen over de wonden, het donker en dat niks normaal was. Dat was te verwachten, maar laat me je wat bijzonders vertellen. Op een dag waren ze echt van het pad af, want ze begonnen te klagen over dat we bij de grens aangekomen waren. Kun je dat voorstellen? Dat wij Split ons tegen laten houden door een bedachte grens? Ik bedoel de grens was een weg! Ik zei voor de grap waarom verleggen we deze weg niet, zodat de lichtplek in Split valt. Weet je wat ze durfde te zeggen, dat het hun idee was en dat Ingenii dit al deden. Letterlijk ze doen dat ze slim zijn, maar jatten gewoon onze ideeën!

Uiteindelijk is Split Alles en ook die lichtplek was Split en Alles neemt. Kijk en daar kwam naast mijn slimheid ook mijn andere kracht bij kijken, want die plek had nog wat probleempjes. Met al de kleuren en nummers die we al verloren hadden, had ik de beste nummers gekozen en onder mijn leiding raakte de plek schoon. Zo werd het licht in het duister van Split. Je vraagt je af waarom ben ik dan hier? De schaduw bewoog weer over het licht en dan ga je toch weer terug.

Split is toch groter geworden door mij en mijn ideeën en uit dat licht namen wij nieuwe rijkdom mee, zo wordt je derde rang. Kijk als jij wat wilt worden, dan moet je een stoer idee hebben en dan gaan daarmee!

Hakror van de Derde.

Brief aan het Thuisfront

Kusch den kinderen voor me, Mieke.

In den komenden dagen zullenden wijen verder het bosch inde stiefelen ende ick neem dezer moment om jouwen te schrijven, want ick zijnde vreeschende dat dezer mijnen laatsten kansch zijn zal. Vannacht inde mijnen dromen hebbende Theresia mijner begeleid op ener wandelingh, en ick kan niet ontkennen dat ener zekeren kalmte op mijnen eigenen persoon neder is gedaald. Kusch den kinderen voor me, Mieke.

Ick zijnde geen berouw hebbende voor mijnen keuze den Slaghmaght ten versterckende, zo mijnen vader en zijner vader voor hem. Het beschermenden van onscher schoones landt, bosschen ende volkeren zijnde mijnen eigenen persoon zo lief dat ick, zo Petronella zeggende zoude, duizend-en-andermaal stervende zoude voor dezer Vereenighing. Dan mogende ick ook niet vertwijfelende zijnde om onsere naaschten en vereenigden ten steunende zijnde in het verwijderen van het Duister dat hunnen bedreigende zijnde. Kusch den kinderen voor me, Mieke.

Mijnen liefden voor jou, Mieke, zijnde zoo sterck ende krachtig dat Wilhelm zelf – mogende dezer goedwillenden godslaster zijnen oren nimmer bereiken –  dezer niet zou kunnende breecken. Met ontzettend veel vreugd ende blijdschap dencke ick terug aan den gelukkige momenten die onsch geschoncken zijnde, mijnen liefste Mieke. Wij zijnde zo gezeegend door Juliana met den mooiste parelsch des kinderen dat ick mijnen borscht doen barsten voel. Doch, mijnen plichtsgevoel heeft mijner bij jullie weggetrocken ins belang des volksch. Kusch den kinderen voor me, Mieke.

Zoals jij wetende zijnde, is mijnen lieven vader mijnen eigenen persoon ten vroeg ontnomen, zoals zijnen vader hem, en ick wenste niets meer dan dat ick mijnen kinderen dat lot kon laten doen vermijden, dat ick hen grootsch ende volwaschen hadden kunnende zienen worden en ick als ener ouden man, fragiel ende grijs, in jouw armen in den slaap zouden vallen. Maar enerzijds Johanna die mijnen eigen persoon ten strijden blijvende roepende zijnde en anderzijds Theresia die mijnen eigen persoon met zachte tred achtervolghende zijnde, laten mijnen eigen persoon wetend dat ick ieder van onsch zal moeten teleurstellen ende in verdriet zal doen keren. Kusch den kinderen voor me, Mieke.

Wij zullen elkander weder zien, eerwijlst dit allemaal voorbij zijnde. In vreeden ende gelukzaaligheid ende liefde.

Kusch den kinderen voor me, Mieke.

Jouwen Huubert.

Huubert Vlughvoetighe, Dragonder der Slaghmaght.

Dagboek uit de Schaduwoorlog van een Foranees

Het is midden op de dag. We hebben een korte pauze voor we verder gaan. Ik schrijf dit stuk bij het licht van een brandende kaars. We hebben nu tien dagen achter elkaar gelopen, maar het leek alsof we een schim achterna zaten. Af en toe bemerkten we voetsporen, afgebroken takken of een smeulend kampvuur. Maar ondanks die tekenen, was er nergens zicht te bekennen op onze vijand. Juan Serpentjager lijkt het niet te deren. Dagelijks spreekt hij ons toe en vertelt hij dat als de vijand vlucht voor ons, we niets te vrezen zullen hebben. Ik ben blij dat hij goede hoop heeft. Hij weet veel van mijn soldatenbroeders te overtuigen. Ikzelf ben wat sceptischer. Daarbij is het koud en donker. Er komt geen licht in deze vallei. Juan Serpentjager mag aldus zijn volgelingen een brandend licht in de duisternis zijn, maar in de praktijk heb ik nog steeds mijn kaars nodig, haha. Nee, ik had goede moed toen we begonnen. De hele onderneming leek een nobel doel. We hadden zelfs alle landen bijeen gekregen om samen ten strijde te trekken. Nog nooit eerder vertoond.

Ik hoop dat het de andere legers beter vergaat. Er gaan verhalen rond dat Split meer succes heeft gehad in het bergwaartse. Je hoort van heldenverhalen van de Straenks tegen wie geen kracht opgewassen is. Het zal me benieuwen. Ik zou ze graag eens in het echt zien. Ik ben benieuwd of ze zo indrukwekkend zijn als de verhalen gaan. Juan Serpentjager is officieel aanvoerder van de gezamenlijke legermachten. Hij zal tevreden zijn dat het verderop beter gaat. Maar ik had hem, en vooral ook mezelf, wat meer succes gegund. Waar is onze vijand? Lurkend in de Schaduwen… Laten we zien wat morgen brengt…

Yoanno Yakker, voetsoldaat onder de Banier van de Ridders van Berkenheuvel, toegekend aan het Vaandel van de Speer In De Nacht.

Bladzijde uit een dagboek van een Splitse medicus

Het is een stilte voor de storm. Het moment dat alle bedden klaar staan, strak opgemaakt in wit linnen. Verband ligt strak opgerold, gazen opgestapeld, donkere flessen wilgentinctuur, alcohol, quinine. Bladen met glimmende messen, naald en draad, tourniquets liggen te wachten op bloed. Wachten op de schreeuwende, huilende en stille lichamen, stukgehakt, stukgeslagen. 

En dan mag ik van start. Zoals een kat zich opwindt vlak voor hij zijn prooi bespringt, wind ik me op om te gaan zodra de storm breekt en de dragers aan komen rennen met kermende slachtoffers. In die chaos ben ik in mijn element, tussen de bakken bebloed band, de spasmende ledematen en geur van brandend vlees. Ik ben meester van dit domein en niemand excelleert hier zo goed als ik. 

In dit duister werken we bij kaarslicht. Soldaten komen terug met verwrongen wonden, maar niets wat ik niet aankan. Ze vechten vies. We hebben de tijd niet meer om voor te bereiden; we zijn constant op reis; de genezer van Tweede Rang is zijn plan kwijt. Dus wordt het mijn plan, mijn kans. Mijn scepter zal zwaaien, ik zal het leger op de been houden, de gewonden helen. Deze vervloekte vijand zal niet weten wat ze zal overkomen. Deze chaos wordt mijn overwinning. 

Dan keer ik terug, in wit en goud gehuld, onderdeel van de Tweede Rang, ongeëvenaard in de Geneeskracht. Ik zie de parade al voor me. Alles wil dit voor mij, het is mij ontnomen, ik heb het gezien!

Maar nu eerst deze klus klaren. Er staan al een paar trillend en onzeker voor de deur die advies en aanwijzing nodig hebben, van mij. 

Ayiis een geneeskundige van de vijfde

De Zjanfor en de Houtnimf

Hoor mij aan! Hoor dit verhaal! Dit memwaar, deze prachtige sjaal, gevonden hier aan de voet van deze oude boom bevat een schitterend verhaal. Ik zal het leven in blazen als ware het een herinnering van  de dag van gister. Het fijne naaldwerk spreekt tot mij, de felle kleuren inspireren mij en ik voel de bezieling in mij opborrelen! Oké, zitten jullie er klaar voor? Komt ie dan!  

Ik reisde door het Duister. En om het nog minder fijn te maken dan het Duister al is, reisde ik daar met een groep Splitse soldaten! Ach, ik wilde toch echt eens naar de andere kant reizen, en dit kwam op mijn pad. Dit moest wel een goed verhaal worden.

Maar eerst begon de nachtmerrie. Het Duister is als niets gelijkend op de nacht. De nacht is lieflijk duister. De maan, hoewel soms lui, schijnt met een stil verhelderend licht. In de verte klinkt hier en daar een nachtgeluid. Je ogen willen dichtvallen en je weet zeker dat je goed gaat dromen.

In het Duister is geen Maan. De maan zelf is vermoord. Je loopt over de scherpe brokstukken van wat ooit de Maan was! Arme Maan, wat heeft de Maan het Duister ooit aangedaan om zo vermorzeld te worden? De paar bomen die er nog staan zijn zelfs door het Hout zelf verlaten. Het is stil in het Duister, een stilte die zuigt aan je ziel zelf!

Ik kon die stilte wel wegzingen, maar een norse (zijn er andere?) Splitter sprak: “wat doe je daar, ons betoveren? We voeren je aan het Duister!” Dreigend kwam hij op me af en gooide me ruw op de grond. Mijn hoofd bonste tegen zo’n steen van de Maan. De wereld draaide. De Splitter liep op mij af en had zijn zwaard al getrokken, en dat om een opbeurend liedje! Ach, in gedachten was ik al op weg terug naar Fort. Maar toen,..

werd het Duister van duister grijs, duister zwart. Hoongelach als van geen mens, enger dan 100 Splitse bloedhonden, iets waar, beste luisteraar, zelfs de Prie geen vat op heeft…

Voordat de Splitter mij op terugreis kon sturen werd de Splitter voor mij plots overvallen door Duisterwezens. “Bedankt, prie,” riep ik, maar hou je wel rekening dat Duisterwezens ook niet zo gezond zijn voor ons Zjanfor? 

Elk Duisterwezen torende minstens twee koppen boven de Splitter uit, met handen met duistere zwaarden elk zo lang als een mens. En wat deed ik? Ik sloeg een van de Duisterwezens op zijn kop zodat de Splitter kon ontsnappen! Arme ik, maar echt dat Splitje piepte dan ook als een klein kind, wat moest ik anders?

Nu kwam een Duisterwezen op mij af. Van het hele Splitse leger stond alleen ik nog op het veld. Ik deinsde achteruit tot ik met mijn rug tegen een eenzame boom stond. Met mijn laatste blik zag ik een jong groen blad aan een van de takken: ach dacht ik nog: zo’n pril begin, komt er dan ooit een einde aan het Duister?

Een onuitdrukbare pijn vlijmde door mijn hele lichaam toen een van de Duisterwezens met zijn wapen uithaalde. Hier is het litteken dat het achterliet. Voor de tweede keer dacht ik aan mijn laatste reis naar Fort te beginnen…

Mijn ogen gingen open en ik verwachtte volledig de andere kant van de Poort te zien. Maar in plaats daarvan zag ik nog steeds dat eenzame prille blad. Het leek te wiegen op een briesje. De eenzame boom had het Duisterzwaard opgevangen dat voor mij bedoeld was. En nu leek de boom te transformeren.

De takken werden handen. De kruin werd haren. De wortels benen. De knoesten ogen die mij rustig opnamen en mijn gestalte in zich opnamen. De boom was een Houtling, een nimf uit het Hout die zich had getransformeerd als boom, maar speciaal voor mij de aardse rust van het boom-zijn verliet.

‘Lig stil,’ sprak de Hout-nimf, ‘Ik voel je pijn. Ik zal je helpen genezen.’ Zekere handen, teder maar ruw als schors verzorgden mijn wond. Vreemde geuren bereikten mijn neus van Houtling zalven en oude Houtling magie. Waar de Hout-nimf naast mij neer knielde, bloeide warempel een enkele bloem op.

Onthutst was ik toen de Houtling aanstalte maken om deze bloem te plukken. ‘Wat doe je nu!’ riep ik schor en kermend, ‘deze bloem is het mooiste in heel het Duister!’

‘ Deze bloem is het enige wat jouw leven kan redden.’ Sprak de Houtling. ‘Het Hout kan zonder deze bloem, deze zal teruggroeien, maar jij kan niet zonder.’ Hier kon ik niets tegen inbrengen, ik was immers nog niet klaar voor mijn terugreis, en met een Hout-nimf valt niet te twisten, zoals je weet.

Mijn ogen vielen dicht en ik droomde dat ik in het Hout was. Dikke sterke bomen torende over mij heen. Ik werd omringt door wilde dieren die mij bewaakten. De Zon schitterde fel op een groot meer en verwarmde mij tot diep in de botten.

Ruw werd ik wakker geschopt. ‘Wakker worden bloed-gespuis!’

Het was dezelfde Splitter van eerst die mij had gewekt door met zijn laars tegen mijn zij te schoppen. ‘Ik zou je beter uit de weg ruimen voordat je nog meer Duisterwezens op ons afroept, maar ik ben niet ondankbaar: je hebt mijn leven gered, en je hebt meer moed laten zien dan sommigen die het toernooi hebben doorstaan, dus claim ik alleen het geld dat je bij je had.’

Langzaam werkte ik mezelf omhoog. De boom stond er roerloos bij. Het eenzame blad was verdwenen, weer verlaten door het Hout. Van de Houtling geen spoor. ‘Bedankt’ zei ik nog maar voor de zekerheid, en ‘ tot ziens’. En na een moment van stilte zei ik: ‘ En ik zal geen bloemen meer plukken als dit niet iemand helpt.’ ‘Alleen om iemand vrolijk te maken bijvoorbeeld. Of te troosten.’

‘Ik moest maar teruggaan’ zei ik tegen de Splitter. ‘Ik heb immers geen haast om aan de andere kant te komen.’ 

‘Dat is je geraden’  zei de Splitter, ‘hier ben je niet meer welkom.’

‘Jullie ook niet, geloof ik’, zei ik.

‘Rot op, of het zal je bezuren, bloedgespuis,’ was het antwoord.

De boom bleef stil.

Nog een keer keek ik achterom terwijl het Duister mij weer omhulde in een stille eenzaamheid. Helaas, van de Houtling geen spoor.

‘Dit is het verhaal van deze sjaal! Wie wil de maker eren met een eigen versie?’

 Fizas Taliman Ozzugah Killi Natourez Dedes Franor Dedes Deforeh (afgekort) in een willekeurige kroeg

Monoloog van een Dowspreker

Ik vertel je over de Dow. Stel zoveel vragen als je wilt. Vandaag spreek ik over de Schaduw.

Ik ben mezelf, het Hout, de Wereld. In deze wereld is er de Schaduw.

Ben ik de Schaduw? Nee, maar is de Schaduw onderdeel van mij als ik de wereld ben?

De Dow zegt dat dit zo is: zolang de Schaduw onderdeel is van deze Wereld, zich in deze Wereld bevindt, bevindt deze schaduw zich in mij en verdient deze respect.

Doch de Schaduw is niet het Hout. Het Hout en Schaduw mengen niet. De Schaduw respecteert niet het Hout, niet mij. Hierdoor is de Schaduw een Ander. Ik ben niet de Schaduw.

Maar is de Schaduw één? De Dow zegt dat dit niet zo is, net zoals het Hout één is en niet één is: ik ben het Hout, maar jij bent mij niet. En dus is niet alles wat Schaduw is de Ander: elk deel van de Schaduw verdient dus respect.

De oproep klinkt rond in de landen om ons heen: sluit je aan bij de strijd tegen de Schaduw! Ik zeg je: elk deel Schaduw dat disrespectvol is jegens het Hout, volgt niet de leer van de Dow. Echter, weet, de strijd tegen de Schaduw betekent een strijd tegen jezelf: vraag dus eerst: welk deel van mij is de Schaduw?

Welk deel van mij laat geen licht door? Welk deel van mij stopt de groei van het Hout? Welk deel van mij is zo roekeloos respectloos als dat wij horen dat de Schaduw is? Hoe maak ik dit één?

Onderzoek dit, mocht je meegaan naar de Schaduw. Volg hen die respect verdienen en met wie je één bent. Verdedig hen tegen het disrespect dat in de Schaduw huist, maar vergeet nooit:

Jij bent jezelf, het Hout, de Wereld. De Schaduw is in deze wereld, en dus is de Schaduw ook in jou.

Zaad van Esdoorn, Dowspreker in Rond de grootste plantaan aan de rivier

Algemene geschiedenis uit Ricardo’s Geheugen

Er zijn weinig goede bronnen te vinden die de geschiedenis beschrijven. Een van de beste bronnen is Ricardo’s Geheugen, een boek waar enkele kopieën van te vinden zijn over het hele continent. Het boek bevat meerdere verhalen over het verleden vanuit het perspectief van een toeschouwer. Er zijn ook andere bronnen, maar veel is incompleet en is moeilijk te volgen. Dat is het nadeel met geschiedenis.

Een schets van het begin van de Tijd van de Kinderen
Schets uit Ricardo’s Geheugen

Wat we wel hebben weten vast te stellen is dat er een tijd is geweest die de Draought (spreek uit Draugt) wordt genoemd. Dit zou een tijd van chaos en dood moeten geweest zijn, gebracht door Duisterlingen. Voor de Draought zou de wereld gevuld zijn met wonders en de Draought was de tijd dat alles verging. De tijd voor de Draought noemt men de Mythische tijd, een verwijzing naar dat we alleen bijzondere liederen en mythes hebben over deze tijd.

Bergwaarts verrezen twee grote steden, maar ver van elkaar gelegen en gescheiden door de Paarse koepel. Zeewaarts vochten twee Stammen om de oude ruïne van Scharheve, maar zij kwamen tezamen en ontfermden zich over de vele kinderen die kwamen. Zo “waren ontstaande zijnde” Den Vereenighden Stammen der Scharheve met de Makenden en Verwervenden.
Boswaarts, in het ravijn van de gespleten berg sprong leven uit de modder. En uit die modder rezen de Ingenii en de Straenk. Split was geboren en regeert over een almaar verder reikend Rijk. 

Op vele andere plekken in de wereld groeiden steden op. Bergafwaarts van Scharheve staat een Berg. Eenzaam en alleen. De bewoners zijn lang geleden naar binnen gevlucht en hebben de deuren dicht gesloten. Alleen de Verwervenden van Scharheve schijnen contact te kunnen maken. Centraal gelegen rond het Duisterhout vond Balans leerlingen. Gewillig volgenden ze zijn lessen en bouwden grote doolhuizen om zich te ontwikkelen. Deze Domijnen staan er nog. De leerlingen die niet wilden leren werden Villein en bevolkten het land. Op het kleine eiland in de mist vonden kinderen de gidsende hand van de natuur. Ze leerden zich te verbinden met de bomen en zo groeiden het Hout steeds groter en verder.
Uit de bergen, bergwaartser dan Split, stroomde een ander volk het continent op. De Zjanfor spraken een verloren taal en liepen landsgrenzen voorbij. In de vruchtbare aarde zeer bergafwaarts gelegen ontsprongen aan zee de Fygydai. Ze groeiden als het graan in overvloed en reikten bos en bergwaarts. Kundige mensen die de diversiteit van het leven omarmen en verheffen.

Het ontstaan van Forena Demokratier had meer voeten in de aarde rondom de baai.
De nakomelingen van de overlevenden van de Draought hadden hun toevlucht gezocht in de veilige haven aan de baai. Van daaruit groeiden ze bergwaarts, stichten koninkrijken en noemen ze zichzelf Draoudscht. In de oude ruïnes rond de baai vonden ander Oud-Volk betekenis in de oude geschriften. Een verbinding met de Mythische Tijd leidt bij de Neo-Chaoten tot groei. De Draoudschte, Neo-Chaoten en resterende Oud-Volk te samen met de vele Villein stichten de Forena Demokratier. In het Hout woedde een ideëen strijd. Een strijd die afsplitsing met zich meebracht. De Egalisatoren vonden Forena. 

Het Oud-Volk van Forena was niet het enige dat de Draought had doorstaan. Mythische monsters leefde boswaarts van het Dodenmoeras op de Koningsberg. Menseneters met vleugels en klauwen vormden een grote dreiging. Ze stalen kinderen en dronken hun bloed om hun verwrochten magie uit te oefenen. De Fygydai waren niet veilig van Ghyr Insan. Vaja stond op en de Vajanen volgden haar in de strijd. Forena en Split kwamen te hulp gespoed en ook Den Vereenighden Stammen der Scharheve droegen bij “het kwaade verdrijvende te zijnde”. Ghyr Insan was echter niet de enige die het onderspit delfde, Fygië werd verscheurd. De Vajanen en Conservatieve Fygydai sloten zich aan bij Forena. De Cultisten van de Gemaskerde trokken weg.

Er zijn nog kanttekening in sommige versies van Ricardo’s geheugen te vinden: “Op de eilanden, ver ver de zee in, daar is Aniolië ontsproten als uit een vulkaan.”

En zo is het Ontstaan der Staten. 

Ricardo’s Geheugen

Schaduwvallei

We weten niet wanneer deze vallei de Schaduwvallei werd, of dat het het altijd al was. Deze vallei is het huis van de afstammelingen uit de tijd van de Draought, althans, zo gaan de verhalen. Verhalen van invallers en vernietigers, daar zou het om draaien in de Droaught-tijd en dat is wat we horen over wat leeft in deze vallei. Elk beschaafd volk kan je vertellen dat er altijd gesproken is over de Schaduw.

Voor Den Vereenighden Stammen der Scharheve is het “weederkerenden historie” dat van de Groene Rivier, met giftig water. Volgens de verhalen waren alle rivieren giftig in de Draought. Voor Het Hout was het onmogelijkheid om bomen te groeien door het duister. Forena refereert juist weer vaak naar de invallende troepen Duisterlingen. In Split en onder de Villeinen is het duidelijk dat landbouw niet mogelijk was. Iedereen weet dat mensen verdwijnen aan de rand van de Schaduw, althans, zo gaan de verhalen.

Sommigen beweren dat de vallei zo is omdat dit tussen de andere drie “magische” natuurverschijnselen wordt begrensd; de Groene Rivier, de Paarse Koepel en het Duisterhout. Anderen geven de schuld aan de Draought en weer anderen beweren dat het misschien altijd zo geweest is. Aan het einde van dit verhaal weet je in ieder geval welke het niet is. Misschien komen we de echte verklaring ooit te weten?

Naast twee kleine grenzen waren er drie landen die al snel voor een groot deel grensden aan de vallei:

Langs de rivier van Groen gas “eigenden” de Verwervenden van Den Vereenighden Stammen der Scharheve “zigch den stuifzanden toe”. Den Vereenighden Stammen der Scharheve stichtten steden en bouwden op “eenen zekeren moment” zelfs twee bruggen hoog over de rivier en de gassen. De hoop was de rivier over te kunnen steken en hun belagers te pakken. Dit was nooit succesvol, maar zowel de Groene Brugge als de Brugge der Neveldamp groeiden uit tot machtige verdedigingswerken.

Boswaarts van de schaduw heb je het Duisterhout, wat al een gevaarlijke plek op zichzelf is. Rond het woud met de duisterblauwe tint, vind je de piramides van de Domijnen met daaromheen de huisjes van de Villein. De piramides dichtbij het Duisterhout hadden weinig last van de Schaduwvallei, bedreigers vonden nooit de ingang. Toen er meer piramides kwamen, zijn de verhalen over de missende Villein begonnen. Sommigen beweren dat er in de piramides geen aandacht voor was en anderen dat dit het enige probleem was waar ze lang geen oplossing voor konden bedenken. Er wordt ook wel gefluisterd dat de piramides zelf verantwoordelijk waren voor de Schaduw of in ieder geval een verbond hadden met hen die in het duister leefden.

De derde groep die vrij snel een grens deelde met de vallei waren de Draoudschten. Een volk aan de wortel van Forena Demokratier, en mogelijk net zo oud als de Schaduw. Zij leefden in hun ruïnes, die uitgroeiden tot de machtige handelssteden in de wijde omgeving. Er gaan fluisteringen en spookverhalen dat hun grootste handel in de slaven was. Forena zou dus geboren zijn aan de grens met de Schaduw. De mensen die daar wonen vormen de strijdende muur. Dit volk zou daarom permanente leiders hebben, omdat er een permanente strijd gevoerd zou moeten worden met de duisterlingen uit de Schaduw.

Met de tijd en de verandering van politieke allianties of natuurlijke verschijnselen groeide ook Het Hout tot aan de Schaduwvallei, maar de Schaduw hield de groei van bos tegen. Ook Split groeide tot de Splitters een grens kregen met de Schaduwvallei. Wellicht besloot Split bewust de expansie in andere richtingen voort te zetten, maar de grens werd een slecht bestuurd gebied en de verantwoordelijken schoven dit af op het effect van de Schaduwvallei.

Het duurde vele generaties totdat de Schaduwvallei omsloten werd en het enige onverdeelde gebied op het continent werd. 

De strijd om Ghyr Insan en daarna Fygië leidde tot een grote verschuiving van grenzen op het continent, maar voor de stabilisatie kwamen er ook grote verdragen. Toen de rust enigszins was wedergekeerd en meerdere generaties in redelijke constante hadden geleefd, besloten de staten gezamenlijk op te treden tegen de Duisterlingen in de Schaduwvallei. Dit gebeurde ongeveer 16 jaar voor de expeditie uitgeroepen werd.Toen kwamen er afgezanten van alle staten bijeen bij de gastvrije Zjanfor en werden de Vredesonderhandelingen gehouden. Dit leidde na een jaar van overleg en herschrijven tot een volledig ondertekend Vredesverdrag. De legers konden aan de opmars beginnen. De oorlog die volgde was bloedig en heftig en duurde zo’n twaalf jaar.. Toen riep de aanvoerder van de strijd, de Ledare Juan Serpentjager, uit dat de overwinning behaald was, omdat de Duisterlingen verdreven waren en de Schaduw begon te verdwijnen. 

Laat het hem niet horen, maar binnen een jaar waren op verschillende plekken Schaduwen teruggekomen. De oorlog is niet hervat, er zijn immers geen Duisterlingen meer, en er blijven verlichte plekken ontstaan. Het leven is nog niet makkelijk, maar zij die de Schaduwvallei ingaan hebben de hoop de Schaduw te kunnen verdrijven, te gebruiken of te overwinnen, en om er rijk of als een held weer uit te komen.

Ricardo’s geheugen

De inval in Ghyr Insan en het einde van Fygïe

Het was erg lang geleden, maar dankzij Ricardo’s Geheugen en spookverhalen weten we er nog wat van. Echter er zijn twee verhalen, dit is die van Fygië. 

De Ghyr Insan. Mythische monsters leefde boswaarts van het Dodenmoeras en op de Koningsberg. Menseneters met vleugels en klauwen. Ze stalen kinderen en dronken hun bloed en konden vreemde, vuile magische dingen doen. Mensenhuid werd tot kleding gemaakt en wapperende banieren met hoofden en haar. Ze roofden vrouwen en mannen om hun plezier mee te hebben en te verslinden. En de vrouwen die het wel overleefden baarden de meest angstaanjagende kinderen. Dit zijn de Ghyr Insan. 

De Ghyr Insan waren gevaarlijk, en moesten verdreven worden van het Continent. Split, Fygië en de Domijnen kwamen tezamen om een plan te maken ze voorgoed te verbannen. Tegelijkertijd zouden Split en Fygië aanvallen om zo de Ghyr Insan onder de voet te lopen. De legers waren machtig en groot genoeg om gecombineerd de vijand te verslaan. 

De dag brak aan, de legers stelden zich op, Split aan de bergwaartse grens en Fygië aan de zeewaartse grens. Rijen en rijen van goed getrainde krijgers, soldaten en elitegardes. In vol ornaat en uit op het zwarte bloed. Op het afgesproken moment trok Fygië bergwaarts, zwaarden en speren in de hand, wetend dat hun Splitse kameraden ook aan de mars begonnen zou zijn. 

Echter niets was minder waar. Split trok niet op en bleef staan. Split bewaakte zijn grens en wachtte aan het front. Niet een uur, een dag, niet een week, maar een half jaar lang stond Split stil. Toen de Streank eindelijk het bevel gaven, was Fygië al bijna leeggebloed op de Ghyr Insan, die in dezelfde staat verkeerde. Zonder mededogen walste Split over beide uitgeputte legers heen. Tot ieders schrik stopte de oorlogsmachine van Split niet aan de grens van Fygië, maar liep Fygië in. Wie waren de monsters nu? Ghyr Insan of Split?

Fygië was weerloos, de Domijnen niet krachtig genoeg, Den Vereenighden Stammen der Scharheve te “verre ende heinde”, en Forena te arm. 

Plots stopte Split. Plots, halverwege Fygië, deed Split pas op de plaats. Ze waren nog lang niet moe, ze hadden voorraad en krijgers in goede staat genoeg, maar ze stopten. Een nieuwe grens werd opgebouwd die Split met hand en tand verdedigde. 

In Fygië stond Vaja op, met speer in de hand leidde zij haar gevolg in een vrijheidsstrijd tegen de bezetting van de Splitters. Met snelle en korte aanvallen wisten ze her en der Split te verwonden, maar de Vajanen konden het niet alleen. Een alliantie moest gesloten worden. Ze ging naar de Ledare van Forena en pleitte voor hun steun. Vervolgens trok ze door naar Scharheve om ook Den Vereenighden Stammen der Scharheve te overtuigen de Fygiërs te helpen. 

Samen maakten ze een plan de onderdrukking te beëindigen. Den Vereenighden Stammen der Scharheve konden “materieel ende rusting” leveren, Forena manschappen, de Fygiërs kenden het gebied, en zo geschiedde. Jaren nadat Split Fygië ingenomen had barstte de Vrijheidsstrijd van de Alliantie tegen Split los. Maar Split is sterk, Split heeft een formidabel leger en Split deinst nooit terug. 

De strijd verliep redelijk voorspoedig voor de Alliantie, de wapens van Den Vereenighden Stammen der Scharheve waren “van eenen zeer hoogwaerdige deugdelijkheid”, de verse Foraneze manschappen vochten met vuur, en langzaam, langzaam werd Split teruggedrongen. Tot Split steun kreeg uit een onverwachtte hoek! 

Doordat Forena zijn legers naar Fygië getrokken had, kregen de Aniolische Plunderaars voet aan land in bosafwaarts van de baai. Twee steden van de Neo-Chaoten waren ingenomen met alle gevolgen van dien. Forena zou troepen moeten terugtrekken om het eigen grondgebied te kunnen beschermen. 

Op dat moment wisten de Domijnen Split te overtuigen aan de tafel te komen. Eindelijk begonnen er onderhandelingen. Eindelijk kon er gepraat worden en was er een Vrede in zicht. Domijnen, Fygiërs, Den Vereenighden Stammen der Scharheve, Forena en Split kwamen bij één in het gebied wat voormalig Ghyr Insan was. Alle partijen konden bloed drinken en het heeft lang geduurd voordat er afspraken gemaakt konden worden; niemand wilde buigen. 

Het land is herverdeeld. Fygië is niet meer. De boswaartse zijde van de rivier Fyg, tot de zee aan toe, is aan Split toegekend. Bij Forena vonden de Vajenen en de Conservative Fygydai hun heil. Als dank voor hun bijdrage, zowel in “materieel ende rusting” als in de onderhandelingen, hebben Den Vereenighden Stammen der Scharheve de onderhandelingsgrond gekregen, waar zij Vredesburgh stichtte. De Domijnen hebben ook een pact gesloten, maar wat daar precies in staat. 

En zo geschiedde de inval van Ghyr Insan en de val van Fygië.

Ricardo’s geheugen

Oud, vaag of Mythisch

De verhalen, documenten en liedjes hieronder gaan over oude tijden, de meeste personen op het continent kennen hoogstens een paar van deze. Waarschijnlijk ken je ook net een andere versie van deze verhalen. Maar schroom niet om ze te gebruiken als dat goed past bij jouw personage of om die geschiedenis in te bedden.

Monster Di Belin

Er was eens het monster Di Belin. Hij leek een beetje een mens, maar ook heel erg niet. Vleugels, hoorns en een gekleurde huid. Hij is gezien in Ghyr Insan, het monsterlijke rijk. Weet je waarom dit het monster des monsters is? Hij kan je opsluiten in een kaart! Ze noemen hem ook wel de Enge Oom van de Monsters, maar zijn echte naam is dus Di Belin. Ik heb gehoord dat deze naam gekozen is, omdat hij een bel heeft die hij boven je hoofd luid. Langzaam met de nagalmen van het metaal vloeit je lichaam omhoog en je eindigt als een geschilderde versie van jezelf op een kaart. Geloof je mij niet? Je tarotkaarten komen van hem.

Hij heeft in Ghyr Insan 4 families in kaarten geplaatst. Monsters met vleugels die als zwaarden het familiesymbool hadden. Monsters die onder water kunnen leven gaf hij de kelken. Wouddieren die de staf gebruikte en het Pentagram voor boommonsters. Dit was gewoon voor zijn eigen plezier. Wees maar voorzichtig als je een mooie kaart vindt, want als deze van hem is dan hou je een levend monster vast. Het schijnt dat als je speelt met tarotkaart, dat je de aandacht van deze Enge Oom roept. Er zou een dorp in Fygië geweest zijn waar ze zo dronken waren dat ze gekke dingen met kaarten deden. Uiteindelijk zijn daar verschillende kaarten aangetroffen met daarop de Fygydai in plaats van monsters. Allemaal die bel ingetrokken!

Mijn broer heeft dat handelscontact met iemand vanuit een hoge rang in Split en die heeft een nicht die is dus een Ingenii en die heeft dus zo’n kaart op haar kamer hangen.

Spookverhaal over Spelkaarten en Ghyr Insan

Goden van de Berg 

Wee de goden van de Ghyr Insan

Ze vatten wat ze willen en ze nemen wat maar kan

Och, wee de goden van de Ghyr Insan

Wil jij het zeker overleven, houd je verder weg daarvan

Weerhoud je van de berg, als jij wilt overleven

Alleen werk’lijk door en door gedreven

Om je volk te leiden en er glorie aan te geven

Och ja, ga naar de goden, maar waak er voor je leven

Wee de goden van de Ghyr Insan

Ze vatten wat ze willen en ze nemen wie maar kan

Och, wee de goden van de Ghyr Insan

Wil jij het zeker overleven, houd je verder weg daarvan

Maar zie je Leonardo daar, doe hem wel de groeten dan

Kinderrijm

Last of the bloodelves

My soul has been torn from me and I am bleeding
My lungs they have been scorched and I am crying
All the beauty around me fades and I am screaming
I am the last of the blood elves and I am dying

Last night I heard the voice of my last companion

The roar of a dragon’s breath and then I was alone

I thought of the days gone by when we were millions

But I know that I soon must die the last of elfen kind

My soul has been torn from me and I am bleeding
My lungs they have been scorched and I am crying
All the beauty around me fades and I am screaming
I am the last of the blood elves and I am dying

This morning the sun did rise, in the sickly green sky

The mist was the colour of grass and the winds they did sigh

I stood to take a breath, it was my last one

From within came the scorch of death and now I am undone

My soul has been torn from me and I am bleeding
My lungs they have been scorched and I am crying
All the beauty around me fades and I am screaming
I am the last of the blood elves and I am dying

Oh now that we are all gone there’s no more Fural

The Empire is no more, it’s no use lamenting

Who will be next in line? All for the slaughter

The lycanthropes or the dwarves or your sons and daughters

My soul has been torn from me and I am bleeding
My lungs they have been scorched and I am crying
All the beauty around me fades and I am screaming
I am the last of the blood elves and I am dying

Zeer oud liedje dat mogelijk over iets in de Mythische tijd gaat.

GOEDE OUDE TIJD